zaterdag 9 augustus 2014

Gedachten gespiegeld in het hoofd van de jonge Kadet tijdens een vrijdagavond op het perron van Brussel-Noord en de treinreis  van Laken naar Tienen.

De School heeft hem voor een overtollig weekend weer eens uitgebraakt na het stramgestaande appél bij aanzettende schemering op de witte vlakte.

Flitsende bordeel ramen van de Limburgstraat – Rue de Limbourg want  Brussel-Bruxelles.

De neonkaders wellen niet meer op tot kleur doorheen de aandikkende telbaarheid.

De aardsbruine legerbus helt altijd over aan die kant en staart uit honderd ogen.

De Vrijdagavond trein is overvol.
De Kadet zal ook wel moeten staan.
De hele lange reis naar nergens dat men Tienen noemt wel lang.

Het overik bedwingt de hete gil die opklimt uit de onderbuik.

Wekelijks bloedgeld, waarvoor getekend, koopt 1E klas ribfluweel soelaas met een sluier van ballingschap verweven.

De Kadet rookt een sigaret.
Hij heeft er nog 24 in zijn pakje,
De totale sigaretheid blijft onrookbaar.

Het altijds wezen is wild en jong en vormloos en vervult nu alle zinnen en het hele treincoupé.

Het breekt doorheen het ik gebonden met duizend angsten dat rookt en staart in de treingedreven film van de gevallen avond.

Naar vorm toe, de flanken van het schuwe draagdier onbeschermt en voor alle aanval open. Verrukking in het hoofd en Verscheuring in de weke maag.

De eerste versie geleefd veertig jaar geleden is  in de vorige eeuw begraven.
De aansteker en de sigaret.
Alles duurt maar brandt uiteindelijk uit.



Filip Schils

Laken, Winter 1975 – Accra, Regenseizoen 2014

Geen opmerkingen:

Een reactie posten